Doctor giving a receipt to a patient

Bijwerkingen

Welke bijwerkingen heeft Copaxone?

Copaxone wordt over het algemeen goed verdragen. Net als ieder ander medicijn kan ook Copaxone bijwerkingen veroorzaken, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

De zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten) van Copaxone zijn: infecties, griep, angst, depressie, hoofdpijn, misselijkheid, huiduitslag, pijn in de gewrichten of de rug, zich zwak voelen, huidreacties op de injectieplaats waaronder roodheid van de huid, pijn, vorming van striemen, jeuk, zwelling van de weefsels, ontsteking en overgevoeligheid (deze reacties op de injectieplaats zijn niet ongewoon en verminderen normaal gesproken in de loop van de tijd) en/of niet specifieke pijn.

Kort na toediening van glatirameeracetaat kunnen anafylactische reacties (ernstige allergische reacties) optreden. Dit kan ook maanden tot jaren na de start van de behandeling gebeuren.

Symptomen van anafylactische reactie zijn:

  • Wijdverbreide huiduitslag (rode vlekken of netelroos)
  • Zwelling van de oogleden, het gezicht, lippen, mond, keel of tong
  • Plotselinge kortademigheid, moeilijkheden met ademen of piepende ademhaling
  • Stuiptrekkingen (toevallen)
  • Moeilijkheden met slikken of praten
  • Flauwvallen, zich duizelig of flauw voelen
  • In elkaar zakken

Zoek onmiddellijk spoedeisende medische zorg in geval van een anafylactische reactie. Als een anafylactische reactie optreedt, moet de behandeling met glatirameeracetaat worden gestaakt.

Het is belangrijk om de injectieplaatsen goed af te wisselen en iedere dag een andere injectieplaats te kiezen. Afwisseling is noodzakelijk om huidirritaties te voorkomen. Noteer de injectieplaats in het Copaxone dagboek.

Verder is bekend dat vlak na de injectie van Copaxone mogelijk een reactie kan optreden die wordt omschreven als onmiddellijke post-injectiereactie (IPIR). Zo’n reactie komt soms voor bij mensen met MS die Copaxone gebruiken en veroorzaakt één of meer van de volgende symptomen: vaatverwijding (‘blozen’), pijn op de borst, angst, kortademigheid, hartkloppingen of een versnelde hartslag.

Deze reactie kan binnen enkele minuten na de injectie van Copaxone optreden en gaat over het algemeen na 15 tot 30 minuten vanzelf weer over. Hoewel het een onplezierige ervaring is, heeft dit geen verdere lichamelijke gevolgen. Behandeling is dan ook niet nodig. Mocht de reactie langer dan 30 minuten aanhouden, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.

Ook kunnen er zelden leverproblemen of verergering van leverproblemen, waaronder leverfalen (sommige gevallen met een levertransplantatie als gevolg) bij gebruik van Copaxone. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u symptomen heeft, zoals: misselijkheid, verlies van eetlust, donkere urine en bleke ontlasting, gele verkleuring van uw huid of het witte deel van uw oog en/of gemakkelijker bloeden dan normaal.

De Care4MS-verpleegkundige kan advies geven hoe je deze reactie zo veel mogelijk kunt voorkomen.

Bijwerkingen op de injectieplaats en een onmiddellijke post-injectiereactie komen minder vaak voor bij Copaxone 40 mg/ml 3x per week dan bij Copaxone 20 mg/ml 7x per week.

Een volledig overzicht van alle bijwerkingen van Copaxone lees je in de bijsluiter Copaxone 20 mg/ml of in de bijsluiter Copaxone 40 mg/ml (PDF).

Wat moet ik doen als er bijwerkingen optreden?

Als er ongewenste reacties op de plek van de injectie of een onmiddellijke post-injectiereactie optreden, is het verstandig om contact op te nemen met je neuroloog en/of MS verpleegkundige in het ziekenhuis.

Als je het gevoel hebt dat een andere bijwerking, die in het voorafgaande niet is beschreven, verband houdt met de toediening van Copaxone, dien je dit zo snel mogelijk aan jouw neuroloog te melden.

Bijwerkingen kun je ook melden op www.lareb.nl. Lareb is het Nederlandse kenniscentrum op het gebied van geneesmiddelveiligheid. Wij verzoeken je in je vraag zoveel mogelijk de volledige productnaam en het registratienummer (RVG-nummer) te vermelden.